Emma Boncquet

Zuster Marguerite – EMMA BONCQUET – bleef, ondanks de vernietiging van de stad, tot 9 mei 1915 in Ieper waarna ze naar Engeland vertrok om les te geven in een school voor Belgische kinderen tot de overheid haar in november een opdracht gaf in de schoolkolonie van St.-Aubin-Epinay nabij Rouen.

Engelse Quakers, die zich hadden verenigd binnen de ‘Friends Ambulance Unit’, hadden op het einde van de maand december in 1914 een verzorgingspost geopend in het Ieperse Heilig Hart Instituut (Asylium) langs de steenweg naar Vlamertingse en kwamen hierdoor voor het eerst in contact met de zusters Lamotten die in de binnenstad hun klooster hadden en een school bestuurden.
Commandant GEOFFRY WINTHROP YOUNG die de leiding had over een eenheid van de ambulancedienst in Ieper was getuige van de vernietiging van de stad, maar ook van het uitbreken van een tyfusepidemie onder de bevolking. De epidemie was midden februari 1915 op zijn hoogtepunt wanneer alle parochiepriesters werden samengeroepen door de Ieperse deken. In het klooster van de zusters Lamotten vergaderen ze samen met priester CAMILLE DELAERE die dezelfde dag de eerste contacten legde die later zouden leiden tot het oprichten van enkele schoolkolonies.

standard-1

DELAERE kreeg op 1 maart 1915 in het klooster bezoek van de heer M.CHOPARD en graaf ETIENNE de BEAUMONT du VALEE die voorstelden om de vele dakloze kinderen, die doelloos in de stad ronddwaalden, in veiligheid te brengen op een kasteel in de Franse regio Normandië.

Heel wat burgers die dagelijks langs kwamen om hulp in het klooster aan de Rijselstraat vroegen de zusters om hen te helpen bij hun vlucht naar Frankrijk. De zusters gingen op hun vraag in om met hulp van de Friend’s op 8 maart een groep kinderen naar de dichtstbijzijnde herberg in Vlamertinge te brengen. Om 11.00 uur verzamelde iedereen in de refter van het klooster en nadat zuster MARIE BERCHMANS de soep had bedeeld, begeleidde zuster MARGUERITE een 30-tal kinderen met auto’s tot in Vlamertinge waar er was afgesproken met de ouders die het traject te voet hadden afgelegd. In sneeuw en modder, en met kinderen die bibberden van de kou, wandelden ze nog tien minuten verder tot aan het station waar de mobiele keuken van de Friend’s hen opwachtte met warme soep, brood, vlees en appelsienen…de groep was anderhalf uur eerder uit de Ieperse binnenstad vertrokken.
Drie weken nadien begeleidde zuster MARGUERITE opnieuw een groep tot aan het station in Vlamertinge.

Op 12 maart had priester DECLERCQ, leraar aan het Ieperse college, voor de vele dakloze kinderen een oplossing gevonden in de Trappistenabdij van Westvleteren.

Er werden afspraken gemaakt om alle kinderen jonger dan twee jaar 3 dagen later te verzamelen in het klooster. Priester DELAERE gaf ook 21 adressen waar kinderen verbleven aan zuster MARGUERITE. Een priester vertrok richting ‘de Verloren Hoek’ en DELAERE zou alle andere adressen bezoeken. Het was rond de middag van 16 maart wanneer alle kinderen in de refter verzamelden en een warme maaltijd kregen van zuster MARIE. Zuster BERCHMANS controleerde wat er nog ontbrak en inspecteerde de kinderen één voor één op hun kledij. Omstreeks 14.00 uur kwam priester DECLERCQ aan die het konvooi met kinderen zou begeleiden tot in Westvleteren waar de zusters van Gits (zusters van het Ieperse weeshuis) hen zouden opwachten. De dag nadien vertrokken commandant YOUNG en DELAERE naar St.-Omer om te onderhandelen over opvangplaatsen waar zusters Paulinen uit Sint-Juliaan met de kinderen in veiligheid konden verblijven tot de oorlog voorbij was.

Op 21 maart 1915 ontving men in Ieper slecht nieuws vanuit St.-Omer! Het voorziene verblijf voor de jongens in Wizernes was opgeëist door het leger. Maar er was ook positief nieuws: priester DECLERCQ kon op 26 maart met zes meisjes en vier zusters uit St.-Juliaan vertrekken naar Wisques waar de eerste schoolkolonie zou worden opgestart.

Enkele dagen nadien, op de terugweg naar het klooster na enkele bezoeken bij zieken, kwam zuster MARGUERITE om drie uur in de namiddag enkele Hindous tegen die uit de loopgraven waren gevlucht voor de gasaanvallen.

Na de bombardementen van 23 en 24 april verlieten 6.000 van de 18.000 inwoners de stad Ieper. En tussen 26 april en 2 mei 1915 werden ook de laatste inwoners uit Ieper weggebracht met ambulances van de Schotse verpleegster GEORGIE FYFE. Hierna vertrokken de Friend’s definitief naar Poperinge terwijl  zuster MARGUERITE en enkele zusters  nog enkele dagen in hun klooster bleven.

GEOFFRY WINTHROP YOUNG kwam op 9 mei 1915 met drie ambulances naar het klooster van de Lamotten in de Rijselstraat en bracht de zuster naar Poperinge waar ook DELAERE en hun medezusters BERCHMANS, MARIE en ANTOINETTE reeds verbleven.
De volgende dag reisden de zusters verder naar St.-Omer waar ze in het ‘Pensionat Saint Denis’ werden opgevangen.
Op 11 mei begeleidde Commandant YOUNG zuster MARGUERITE, MARIA van den STEEN de JEHAY en CAMILLE DELAERE terug naar Ieper op zoek naar waardevolle voorwerpen die in de kerken en kloosters waren achtergebleven. Bij het terugzien van de verwoeste stad kon MARGUERITE nauwelijks geloven dat ze enkele dagen voordien nog tussen deze ruïnes had gewoond.

Op 14 juli verliet zuster MARGUERITE St.-Omer en kwam terug naar Poperinge waar ze nog enkele dagen behulpzaam was op ‘Ferme Derycke’ een annex van het Elisabeth hospitaal dat bestuurd werd door MARIA van den STEEN..
Op 21 juli keert de zuster nog een laatste keer terug naar Ieper om in de school van de Roesbrugge Dames enkele piano’s op te halen en in haar klaslokaal aan de Rijselstraat enkele schoolboeken te zoeken.

Zusters MARGUERITE en GERARDA verlieten op 30 juli 1915 de Westhoek. Commandant YOUNG bracht hen naar het Belgische Consulaat in Boulogne waar ze de nodige vergunningen kregen om naar Londen te verhuizen en hun intrek te nemen op kasteel ‘Formosa’ van de familie YOUNG in Cookham. Op 4 september verliet ze het kasteel om in het naburige dorpje Maidenhead, in de omgeving van Londen, een school voor Belgische kinderen op te starten in de ‘Libéral Club’.

Wanneer de school in Engeland werd gesloten, vertrok zuster MARGUERITE met enkele medezusters naar Frankrijk. In het Franse dorpje Preaux waar ze op 9 november 1915 aankwam werd ze herenigd met andere zusters Lamotten die een schoolkolonie openhielden. Samen met de zuster Gertrude en Gerarda kreeg zuster MARGUERITTE tot begin 1918 een nieuwe opdracht in de kleine schoolkolonie op Hameau Branville in St.-Aubin-Epinay.

ieper 1918 ahet verwoesste Ieper